Wanneer ik bij klanten binnenkom om het glas te vervangen, hoor ik vaak: “Ik heb gewoon standaard glas.” Meestal bedoelen ze dan floatglas, al weten de meesten niet dat het zo heet. Toch ziet u dit type glas in bijna elk huis. Ik leg u graag uit wat het precies is en waarom het zo’n belangrijk materiaal is geworden.
Hoe floatglas wordt gemaakt
Floatglas dankt zijn naam aan het productieproces. Het vloeibare glas wordt namelijk over een bad van gesmolten tin geleid. Het glas “drijft” als het ware op dat tin. Daardoor wordt het prachtig vlak en gelijkmatig dik. Geen golven, geen rare vervormingen, gewoon mooi helder glas.
In mijn begintijd als glaszetter zag je nog wel eens oude vensters waarin het beeld licht krom was. Dat was vóór het tijdperk van floatglas. Tegenwoordig is bijna elk stuk enkel glas dat mooi strak oogt afkomstig uit dit proces.
Waar u floatglas tegenkomt
Bijna overal. Van uw standaard woonkamerraam tot de ruit van een tuindeur: floatglas is meestal de basis. Het wordt ook gebruikt als uitgangspunt voor andere glassoorten. Als u HR++ glas hebt, of veiligheidsglas zoals gelaagd of gehard glas, dan is dat vaak gewoon floatglas dat verder is bewerkt.
Ik vergelijk het wel eens met brooddeeg. U begint met één basis, en afhankelijk van wat u ermee doet, krijgt u iets stevigers, veiliger of beter isolerend. Maar het begint bijna altijd met floatglas.
De sterke en minder sterke punten
Floatglas is helder, strak en betaalbaar. Maar laat ik eerlijk zijn: qua isolatie stelt het niet veel voor. Enkel floatglas voelt in de winter bijna net zo koud als de straat. Ik heb vaak meegemaakt dat mensen verbaasd zijn hoeveel warmte ze verliezen door zo’n simpele ruit.
Daarom wordt het bij moderne woningen eigenlijk niet meer als enkel glas gebruikt, tenzij in schuurtjes of binnendeuren. Voor echte isolatie moet u toch richting dubbel glas kosten of HR++ glas kijken, anders blijft het tochtig.
Een kleine anekdote uit de praktijk
Ik herinner me een oud herenhuis waar de bewoners dachten dat hun glas “authentiek” was. Toen ik het bekeek, bleek het gewoon modern floatglas. Prachtig hoor, maar niets authentieks aan. We moesten bijna lachen toen ze het verschil zagen tussen het oude glas boven in het trapgat (met lichte golving) en het moderne glas beneden. Dat is floatglas in een notendop: strak en modern, zonder poeha.
Wanneer kiest u voor floatglas?
Als u een binnendeur wilt beglazen of een raam in een onverwarmde ruimte, dan is gewoon floatglas prima. Het is betaalbaar en doet precies wat het moet doen. Voor buitenramen is het meestal verstandig om voor isolatieglas te gaan, al was het maar voor het wooncomfort.
Wanneer ik een glaszetter offerte maak, kijk ik altijd mee naar de functie van de ruimte. Het heeft geen zin om in de schuur HR++ te zetten, maar in de woonkamer juist wél.
Conclusie
Floatglas is het basisglas dat we overal om ons heen zien. Het is vlak, helder en betrouwbaar, maar qua isolatie is het beperkt. Het is vooral een goede keuze voor binnentoepassingen of eenvoudige situaties.
Wilt u weten of uw huidige glas ook floatglas is en of het verstandig is om te upgraden? Ik kijk graag met u mee. Uiteindelijk draait het om uw comfort — niet om het soort glas dat toevallig in het kozijn zit.